Kriebelhoest en droge hoest, neem actie met onze tips en middelen
Vastzittende hoest wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door een infectie aan de luchtwegen en is een veel voorkomend verschijnsel bij griep en verkoudheid. Het lichaam zit dan vol met virussen die de luchtwegen kunnen infecteren. Gevolgen: vastzittend slijm in keel en luchtwegen en een enorme drang tot hoesten. In tegenstelling tot kriebelhoest en droge hoest is er bij vastzittende hoest sprake van veel taai, vastzittend slijm in keel en luchtwegen. Dit slijm zorgt dat er hoestprikkels worden afgegeven. Waar hoesten normaal gesproken dé manier is om de luchtwegen te reinigen heeft dit bij vastzittend slijm nauwelijks effect. Doordat er weinig tot geen slijm wordt opgehoest (of het slijm in de keel blijft hangen)
blijven de prikkels aanwezig waardoor je geneigd bent vaker en harder te hoesten. Dit maakt de situatie regelmatig alleen maar erger met steeds langere hoestbuien als gevolg. Al met al kan vastzittende hoest leiden tot veel frustratie, pijn en slapeloze nachten.
Gelukkig zijn er voldoende tips en middeltjes die de vastzittende hoest wat dragelijker te maken. Ze zorgen voor verdunning van het slijm in keel en luchtwegen (makkelijker slijm ophoesten) en hebben een kalmerend effect op de hoestprikkels. We hebben een aantal adviezen voor u op een rijtje gezet. Voor een uitgebreid overzicht van effectieve middelen bij een vastzittende hoest zie de pagina middelen bij een hoest.
Stomen kan helpen bij vastzittende hoest door het slijm te verdunnen waardoor men eenvoudiger het slijm kan ophoesten. Stap onder de douche of neem een kom met heet water en inhaleer de stoom rustig met diepe halen. Wissel de ademhaling tussen neus en mond.
Als u last heeft van vastzittende hoest of vastzittend slijm dan hoeft u zich niet meteen zorgen te maken. Het is in principe een onschuldige kwaal die binnen een week of twee over hoort te gaan. Heeft u tijdens of naast de vastzittende hoest
last van één of meer van de onderstaande kenmerken dan is het aan te raden contact op te nemen met de huisarts.